Komende dinsdag…

Ik was altijd een groot liefhebber van de gezelligheid die de drank me bracht. Dat begon al op de middelbare school en liep verder via militaire dienst, mijn studie en later de VrijMiBo’s. Als er wat te vieren was, dan was de alcohol erbij. Trouwens, in tijden van crisis was hij er ook. Eenmaal getrouwd en vader geworden bleef ik graag aan de boemel. Ik ervoer wel meer weerstand om me heen. Was het leven voor mij een groot feest, mijn vrouw vond dat het wel wat minder kon… De studentikoze dronkenschappen verloren hun glans en er gingen dingen mis. De drank begon me langzaamaan in zijn greep te krijgen. Alle highlights in mijn leven waren doorspekt met drank. Daarbuiten was het steeds vaker een worsteling om tegemoet te komen aan de eisen die mij werden gesteld. 

Lang verhaal kort: thuis liep het niet erg lekker. In korte tijd verloor ik mijn beide ouders. Het drinken nam meer de overhand. Een jaar later was ik gescheiden. Mijn baan had ik ondertussen opgegeven om als zelfstandige aan de slag te gaan. Eenmaal eigen baas, kreeg ik meer mogelijkheden om ook overdag te drinken. Zakelijk werd het steeds rommeliger. Ondertussen had ik een nieuwe relatie, een vriendin als uit duizenden. Het was één groot feest, maar ondertussen merkte ik dat ik mijn stabiliteit verloor. Toen werd bij mijn vriendin kanker geconstateerd. Ik voelde dat alles me te zwaar werd, ik kon de verantwoordelijkheden niet meer aan. In een huiluitbarsting vertelde ik hoe erg het ervoor stond met de drank. Alsof zij zelf al niet genoeg voor de kiezen had. Toch bleek het de juiste keuze. 

Er volgden behandelingen, voor haar en voor mij. Zij kwam er gelukkig weer bovenop. Zoiets als ‘genezen verklaard’. Zelf weet ik dat je van alcoholisme nooit genezen zult zijn. Dat neemt niet weg dat je ermee kunt leren omgaan. Ik heb mijn leven weer op de rit. Al moest het zover komen dat ik in de cel belandde na met de auto over de kop te zijn geslagen. Met kinderen achterin en genoeg drank in mijn lijf. De hemel mag ik danken dat er geen lichamelijk letsel was. Een leven zonder drank is voor mij het nieuwe normaal. Daar ging nogal een worsteling aan vooraf. Inmiddels heb ik geaccepteerd dat ik niet met drank kan omgaan. De beloning daarvoor is enorm. Ik heb weer grip op mijn leven en kan dingen bereiken die voorheen ondenkbaar waren. De vroeger altijd aanwezige schaamte begint steeds verder weg te ebben. Trots komt ervoor in de plaats. 

Niet dat dit alles nou vanzelf gaat. De drang naar drank zit nog altijd in me. Af en toe geef ik eraan toe en dat blijft worstelen. Maar wat ben ik blij dat ik daarover kan praten bij de AA. Een week heeft zeven dagen en als ik me elk van die dagen voorneem om niet te drinken, dan is de boel te overzien. Want ik weet dat ik dinsdag weer een wandeling maak met de groep, dat houdt me overeind. En als het toch misgaat, dan pak ik mijn telefoon en bel met iemand die precies weet waar het hem zit. Zo wordt een uitglijder geen terugval.

De drang naar drank ebt langzaam weg, houden we elkaar tijdens de bijeenkomsten regelmatig voor. En zo werkt het inderdaad. Het moet uit je leven slijten. De oude patronen moeten doorbroken worden en dat kost tijd en moeite. Niet-alcoholisten spreken van wilskracht en het gebrek eraan. Maar het is een ziekte. Een ziekte die je – net zomin als kanker – overwint met je wilskracht alleen. In elk geval is de steun van de AA voor mij belangrijk. Het helpt én houdt me werkelijk op de been.